Op weg
terug naar de campsite aan de river Mara ontmoeten we nog heel wat mooie dieren
(de osprey, de olifanten met hun kleintjes, de ijsvogel, parelhoentjes, enz) De
één al kleurrijker dan de andere. Op de kampeerplaats beslissen we om een groot
vuur te maken om deze nacht ons wat veiliger te voelen tussen al deze wilde
dieren :-) Toch wordt het weer een onrustige nacht met nijlpaarden naast ons
tent en de genetkatten die iets te nieuwsgierig zijn naar wat er allemaal toch
in die tenten beweegt. De ochtend brengt weer rust en de grote kudde gnoes met
wel 1000 stuks is gewoon verdwenen. Waar naartoe? Niemand weet het of kan het
zeggen. Wij breken op en zetten onze trektocht door de Serengeti verder naar
het Zuiden. Op zoek naar leeuwen, luipaarden en ander moois. Een tocht van 200
km langs eindeloze kuddes gnoes, zebra's, gazelles, giraffen, olifanten,
elanden, topi's. We gaan langs rotsformaties op zoek naar leeuwen en ontmoeten
er de Hyrax (bergwasbeer) en de DikDik's (schattige kleine hertjes). We koersen
na het oppikken van de bevrijde supply car naar de Seronera rivier. Over dust
roads (rode zandwegen) en goed door elkaar geschud bereiken we dit rijk gebied.
Deze maal op een public campsite. Het is hier veel drukker. Al wie de Serengeti
bezoekt ook al is het maar voor 1 dag komt naar hier.
donderdag 14 juli 2016
Serengeti never dies
4 dagen
in de grootste beschermde
grasvlakte ter wereld. We
verlaten Wasso om omstreeks 8.00u . Of dat was toch het plan. Een lekke band
zorgt voor wat vertraging als we op weg gaan naar de Serengeti. We rijden door
een zondags Masai land vol vrolijk geklede mensen op weg naar de markt. Hun vee
drijven ze voor zich uit of dragen ze op de brommers met zich mee om op de
zondagsmarkt te verkopen. Na 2 uur rijden bereiken we de Kleins Gate: de
noordwestelijke toegang tot de endless Plains (Serengeti is het Masaiwoord voor
eindeloze vlaktes. We worden er verwelkomd door de kleurrijkste hagedissen van
dit gebied (roze dat overgaat in diepblauw) en als de mannetjes even gelopen
hebben dan moeten ze altijd door hun voorpootjes een aantal keren buigen (yeh,
yeeh, yeh, yeeeeh, yeh). We laden de spullen van de kok en tenten over in de
supplycar en zetten onze de tocht verder naar het noorden van de Serengeti op
zoek naar de Mara rivier met de oversteek van de Wildebeest (gnoes) Op weg naar
het noorden komen we eerst de laatste zebra's en gnoe's tegen op hun weg naar
het Noorden, die de achterhoede vormen van de grote trek. 2,5 miljoen dieren:
gnoes met hun sterke reukzin, zebra's met hun sterk zicht, en verstand en
antilopen met hun scherp gehoor en snelheid. Een jaar lang steeds op trektocht
naar het lekkerste en voldoende eten. Op zoek naar de laatste druppels water
die hen laten leven . Nu dus op weg naar de Masai Mara in Kenia. Maar op weg
daarnaartoe wacht hen naast de vele roofdieren het grootse opstakel: de rivier
de Mara die ze moeten oversteken en waar jaarlijks duizenden dieren hun dood
tegemoet springen en zwemmen. Maar dat is voor morgen. Eerst moeten wij
kleinere riviertjes oversteken met de jeep. En we zijn nog maar goed en wel
vertrokken of onze supply car met alle eten, tenten en nodige spulletjes om de
volgende dagen ons (wild) kamperen mogelijk te maken rijdt zich hopeloos vast
in de modder. Wat we ook proberen met touwen, ijzeren kettingen achter de jeep
te spannen, voor en achteruit niets helpt. Hier is iets anders voor nodig: maar
de vrachtwagen die onze supply car kan lostrekken is morgen maar beschikbaar
Dus alles overladen om de 2 eerste dagen in the wild te kunnen kamperen. Ook
Hillary (onze kok) en zijn assistent Eliah moeten mee in de jeep. Helemaal
volgeladen zetten we onze weg verder langs duizenden en duizenden gnoes,
zebra's, antilopen, giraffen, olifanten, enz. Hoe dichter we bij de Mara komen
hoe groter en langer de kuddes gnoes worden.
De karkassen en schedels onderweg geven duidelijk aan dat er heel wat
van hen nooit de rivier bereiken. Na een tijdje zijn we ook getuigen van één
van de oorzaken: een cheetafamilie heeft net een gnoe onderschept en laat ons
getuige zijn van een bloederig maar voor
hen levensnoodzakelijk tafereel. Rond 17.00u komen we aan onze campsite voor 2
nachten. We staan pal naast de Mara
rivier, helemaal alleen. Alleen? Nee onze naaste buren op 50 meter zijn een
kudde nijlpaarden die wonen in de Mara rivier en wat nijlkrokodillen die ons
bespieden vanuit het water. Mooi, heel
mooi maar toch ook een beetje eng :-). Dit wordt ons basiskamp van waaruit we
de oversteek over de Mara zullen proberen te vinden. Het wordt een heel
onrustige nacht. Nijlpaarden die over ons terrein wandelen en al grommend op
zoek gaan naar hun grasland, hyena's die de gehele nacht lachend communiceren,
brullende leeuwen, plotseling hoefgetrappel van gnoes die heel dichtbij naderen
en volle blazen die we pas mogen ledigen als de dag weer aanbreekt. Bij het
ochtendlicht zien we heel wat hyena's de buurt verlaten, de nijlpaarden liggen
weer proestend en grommend in de rivier en de watervogels waaronder de
geelgebekte ooievaar vliegen ons
voorbij. Na weer al een heerlijk maal van onze kok verlaten we het
kampeerterrein. Op nog geen 200 meter bij ons vandaan ontdekken we de reden van
de onrustige nacht. 4 gnoes werden hier deze nacht gedood door de leeuwen. Nu worden de laatste resten
vakkundig opgeruimd door 3 verschillende soorten gieren en de finishing touch
is voor de rijzige marabou die tot slot het beendermerg kan verorberen. Enkele
uren geleden huppelden deze gnoes nog over de immense grasvlakten en nu schiet
er bijna geen restje meer over. Gruwelijk maar ook zo georganiseerd door de
natuur dat iedereen van iedereen kan leven. Maar het grootste gevaar ligt
achter ons: De Mararivier!
1000'n
gnoes troepen samen aan de rand. Ze kijken over het water, ze keren zich om, ze
keren zich weer om, ze twijfelen, ze loeien (het klinkt als: "ja we doen
het, nee we doen het niet") en dan onder druk van de kudde springt de
eerste het stromende water in. Wat dan volgt is echt niet voor gevoelige
kijkers. De één na de ander, groot en klein springt in het kolkende water.
Zwemmend naar het eilandje in het midden worden er enkelen meegesleurd door de
stroming. De meesten bereiken het eiland en verdrummen elkaar naar de volgende
sprong in het nog breder gedeelte van de stroom. Éentje raakt er knel tussen de
rotsen, een ander breekt zijn poot. En de kudde
volgt en ze springen opnieuw. Zwemmen voor je leven. De kleintjes gaan
het snelst maar sommigen wachten te lang op hun moeder en verdwijnen in het
kolkende water. Anderen keren terug ook al bereiken ze de overkant omdat hun
moeder niet durfde, verdween in de stroming of zich bezeerde. We zijn getuigen van
hoe enkele gnoes verdrinken in het kolkende water. Het mag een troost zijn: 99%
bereikt de overkant (al dan niet gehavend) Maar 100'n lijken liggen er in de
Mara rivier. Ze zijn voer voor de nu heel vette nijlkrokodillen en de 100'n
gieren. Tussen al deze karkassen laveren de nijlpaarden op weg naar...?.Niet
alle gnoes durfden de sprong en worden
geroepen door de kudde aan de overkant . Anderen zoeken naar hun kind of
moeder. Enkele hebben op het eiland of in het water een lange doodstrijd. Ik
vind dit gruwelijk en hoopte dat we ze konden redden en noem dit onmenselijk en
zeg dat we mensen zo nooit zouden laten sterven. Arne reageert gevat en zegt
" oh neen en op de Middelandse zee dan? ". En dan wordt het stil in
de jeep. Deze migranten ook al zijn het wildebeest zijn op zoek naar een betere
levensomstandigheden aan de overkant . En de overkant zal de gelukzoekers zeker
ontvangen met meer en lekkerder eten. Maar langs de stroom ruik je op sommige
ogenblikken de geur van de dood . De dood die leven geeft aan duizenden andere
dieren. De river who dies in Serengeti that never dies!
Lake Natron: Over zwemmen in een waterval en de ontmoeting met de Maribou
Na een
heerlijke lunch en een kort slaapje
mogen we met Elia mee voor een korte wandeling naar de watervallen?? Hoe kan er
in deze woestijn van lava en stof nu ineens water zijn? Sinds we de Empakai krater verlieten hebben we geen
druppel water meer zien stromen? Maar net achter de lodge stroomt inderdaad een
riviertje waar de Masai kinderen in zwemmen . Wij volgen de rivier
stroomopwaarts. Af en toe waden we door de stroming om het pad naast de rivier
te kunnen volgen. En overal langs het pad liggen zwarte buizen die het water
naar de lagergelegen woningen en dorpjes brengen. Nu begrijpen we al veel beter
dat er hier toch kan geleefd worden en dat het vele vee kan drinken van al dit
kostbaar water. Na een half uurtje waden we tot aan ons middel door de stroming
en komen we bij een echte oase vol palmbomen en een schitterende waterval. We
springen in onze zwemkledij en duiken in de meertjes aan de voet van de
waterval. Zalig lauw water waar we doorploeteren tot aan het lage watervalletje
dat de toegangspoort is tot een soort kloof onder de waterval die je brengt
tot een zicht op het water dat uit de
bergen komt. Niemand weet exact van waar. Maar Thomas beweert dat het zelfs
afkomstig zou kunnen zijn van het Victoriameer. Zalig toch hier te kunnen
zwemmen in een heuse rivier. Na een
verkwikkende wandeling worden we ontvangen door
tientallen meisjes die ons armbandjes , kettingen en ringen willen
verkopen : Anne ,Maria, Lisa, Agnes,... Eindeloos zijn hun namen en eindeloos
de spullen gemaakt van kraaltjes. Het hoort erbij maar is heel begrijpelijk
maar je weet dat je nooit bij iedereen iets kan kopen en dat als je koopt het
toch niet stopt. Nochtans hebben al deze vrouwen dit hard nodig om wat extra
bij te verdienen. Het vee is immers van de man en het is hij die het verkoopt en
vaak zien de vrouwen hier geen inkomsten van naar hun terugvloeien. De Masai
man mag dan wel een stoere krijger zijn maar vaak lijkt het mij dat hij
gevangen zit in zijn traditionele cultuur, macho-gedrag en verlokkingen van
onze westerse cultuur (drank, gsm's en stoerdoenerij) . Na een weeral heerlijk
maal in de lodge kruipen we onder het wol (al is dat niet nodig in deze warme,
zeer winderige streek)
'S
Ochtends krijgen we overheerlijke beignets (maar ook wel gevaarlijk) vooraleer
we gedropt worden aan een klein bosje een km voor het lake Natron. Hier staan
we oog in oog met de mooiste wimpers van dit continent: De Masai giraf die ons
samen met de kudde aankijkt en zich tegoed doen aan de bladeren van de bomen
voor ze wegvlucht achter een ander bosje. We wandelen verder naar het lake op
de grens tussen Tanzania en Kenia en zien in de verte reeds de roze gloed van
al de flamingo's die op dit meer met meer dan 2,5 miljoen hun broedplaats
hebben gevonden. Het PH gehalte van dit meer is zeer hoog (8-9) de ideale voedingsbodem voor de blue
algies die zo geliefd zijn door deze flamingo's. De zilte, lava bodem kraakt
onder onze voeten als we korter bij het meer komen. Dit is een paradijs voor
vogelliefhebbers: ibissen, lepelaars, reigers, storks, strandlopertjes, enz.
Onze verrekijkers hebben geen seconde rust. In de verte zit er trouwens ook nog
een kudde gnoes en zebra's. Allemaal wilde dieren die hier voldoende water,
eten (gras en bomen) en veiligheid vinden. De Masai die echte vleeseters zijn
zullen nooit dergelijke dieren doden om op te eten en leven dus in een ideale
co-habitatie samen met deze wonderen van de natuur. Op de terugweg zien we een
zwarte stip in het grasland. En ja het is een Maribou. Een reus van een vogel
die ons zal vergasten op een mooie
vlucht. Na het estuarium duiken we terug de hete bosjes in waar de stormachtige
wind die hier soms opflakkert weer is gaan liggen. Wevers, zangvogeltjes en de
Tocus verschuilen zich hier in de bosjes. Al ploeterend door het aszand komen
we bij het dorp, met zijn school, stenen huizen en typische afrikaanse
drukte. Hier haalt Thoms ons weer op en brengt ons terug naar onze lunch.
Vandaag staan er zelfs heuse frietjes op het menu. Smullen maar (als dat maar
goed komt).
Na de
gebruikelijke siesta komt Jona ons halen voor een bezoek aan zijn erf. Hij
stuurt een heuse jonge masai warior om ons op te halen en neemt nog wat extra
toeristen mee. Een hut gemaakt van houten takken, rieten dak en muren van
koeienmest. Hier woont hij met zijn vrouw en 3 kinderen. Zijn zoon zit op
internaat maar zijn baby van 8 maanden leeft in deze barre omstabdigheden waar
wij het geen week zouden in volhouden. Hij zegt dat dit een bewuste keuze is
van hem. Ook al is hij in onze ogen een rijke Masai. Volgens Thomas (Irakw) is
hij niet rijk omdat hij maar 35 koeien heeft maar ja dat hangt af van het
perspectief natuurlijk. Jona is immers eigenaar van een eigen safari-bedrijf,
hij baat een camping en lodges uit en droomt van nog veel meer op zijn gronden.
Maar met zijn vrouw en kinderen leeft hij zeer traditioneel en sober in deze
Masai gemeenschap. Deze keer ontsnappen we niet aan de verkoopstertjes en wordt
het op en afbieden een must. 2 paar oorbellen, een armband en een ketting later
zijn we wat tanzaniaanse shillingen armer. We waren er ook getuige van hoe goed
bedoeld ook het weggeven van lekkers (marshmellows) stiften en pennen tot een
in mijn ogen verkeerd effect aanleiding
geeft. Terwijl onze collega toeristen hun zakje met al dit bovenhalen ontstaat
er een heuse stormloop, ruzie en verkeerd gebruik van dit alles. Zelfs Jona
wordt er boos over en moet zelfs even de stok bovenhalen om de rust te laten
terugkeren. Ik weet niet hoe het wel kan en moet, maar dat sinterklaas spelen
van Muzungu is zeker niet oke. Het bevestigt het beeld van ons blanken (als
rijk en aalmoesgever) en de zwarte als bedelaar en zeer afhankelijk. Dit mag
niet de toekomst zijn die we al deze kinderen voor ogen houden. Jona brengt ons
te voet terug naar de campsite waar we na 5 dagen afscheid van hem nemen. Masai
ik hoop dat je je grond mag behouden en je cultuur kan verzoenen met de
toekomst van je kinderen, Tanzania en de wereld. Het ga je goed aan de voet van
je Heilige berg.
Laps we
hebben het bijna allemaal tegelijk. Waren het de beignets, de frietjes, het
fruit, het zwemmen of... Wie zal het zeggen maar maag en darmen spelen op en we
zullen het wat soberder aan moeten doen de volgende dagen.
Morgennamiddag
vertrekken we terug op safari richting Serengeti:-)
Ngorongoro Conservation Area part 2: Walking with the Masai
De
zonsopgang boven de Ngorongoro krater is wondermooi . Je moet er wel voor 6.00u
uit je tent geraken maar dat neem je er met plezier bij. Na een fiks ontbijt
breken we onze tenten op en gaan we aan de viewpoint op zoek naar Jona de
Masai-krijger die ons de volgende 3 dagen op wandelsafari zal nemen doorheen de
Great African Rift. Whieeuw wat een hoeveelheid aan spullen heeft hij bij. En
met hem, de kok en Eliah (een jongen van 19 die meegaat om het vak te leren).De
computers aan de ingang van Ngorongoro werken niet dus moet hij even met een
busje naar het hoofdoffice wat verder op. Ondertussen maken we de jeep klaar om ons naar de Empakai
Krater te brengen waar onze wandelsafari van start zal gaan . Het is passen en
meten zowel buiten op de jeep als binnen in. We genieten van de buizerds en
arenden die voorbij komen en van het kleurenspel op de kraterbodem. Als Jona
terug is zijn we weer op weg. Eerst over de kraterwand van Ngorongoro voor wel
20 km en dan de hoogvlakte in waar we tussen de Masaidorpen, hun vee (koeien,
geiten, schapen en ezels) rijden en uitkijken over de highlands van Ngorongoro
Conservation Area ( tussen de 2000 en 2500 meter) Wanneer na een uurtje rijden
we de kraterrand van de Empakai bereiken zien we een glimp van het mooie meer
in de diepte. We stoppen aan een smal grasveldje waar we alles uitpakken en waar onze eerste overnachtingsplaats zal
zijn. Na het lunchpakket dalen we met Jona en Eliah de steile kraterwand af.
Oeroude ficusbomen groeien hier en hun wortels groeien mee naar de top. Hier
wonen eindeloos mooie vogeltjes ( sunbirds) die drinken van de nektar van de
vele bloemetjes. Zo ook de vele vlinders en wilde bijen die hier wonen in de holtes
van de reuzebomen. Hoe dichter bij de bodem hoe weelderiger de fauna. De vele
bushvlinders maken een oorverdovend geluid. En plots valt de begroeiing weg en
staan we op 100 meter van het kratermeer. Ook hier mooi, mooier, mooist.
Flamingo's snorkelen door het meer. En aan de rand vind je de voetafdrukken van
hyena's, bushboks, bavianen en veel meer. Dit is net als alle meren hier in de
buurt een zeer zout meer. Ik probeer de flamingo's te fotograferen maar ze
lopen even snel weg als ik naar hen toe. Na een rustperiode aan het meer duiken
we weer het oerbos in. Hier halen de Masaivrouwen hun medicijnen uit wortels en
planten. We klimmen terug naar de kraterrand en onze tentjes die spijtig genoeg
net op een mierennest gezet werden. Dus even worden we wat gebeten door de
grote en vooral kleine miertjes maar tegen dinnertijd is het ergste leed weer
geleden. Ondertussen zijn er ook een 10 tal ezeltjes en 3 hoeders toegekomen
die onze en vooral de bagage van de kok en het hele gezelschap (een 12 tal
personen: wij 5 en 7 Masai ) zullen moeten vervoeren down de African Rift. We
sluiten de avond af aan het kampvuur terwijl de Masai de nacht zullen bewaken. 'S Ochtends
vertellen ze ons dat ze 's nacht een zeer groot luipaard hebben gezien die onze
geur had gevolgd. Maar ze hebben hem verjaagd. Na de gebruikelijk toasts,
pancakes, eggs, en fruit (hmmm) gaan we op pad langs een vegetatie die
gedurende de dag steeds schraler zal worden . In begin stellen we ons nog
allerlei luipaarden voor op de takken van de hoge bomen maar al snel wordt het
struikgewas lager als we de eerste nederzettingen van de Masai voorbijkomen.
Kuddes vee komen ons tegemoet en het woord muzungu is overal te horen. Kinderen roepen ons toe en stappen met ons mee terwijl
het landschap steeds droger wordt en we afdalen tot 2000 meter aan het dorpje Nayobi. Hier moet Jona ons
uitchecken uit de Ngorongoro Area een
bezigheid waar hij wel 2 uur voor nodig heeft terwijl wij overspeold worden
door heel wat Masai meisjes en kinderen die hun armbandjes en kettingen willen
verkopen. Ik bied wat op en af maar zit duidelijk onder de bodemprijs en het
eindigt dan ook met wat frustratie aan de andere kant en een poging om ons een
foto van hen te laten nemen tegen betaling. Ondertussen worden we
nauwlettend in het oog gehouden door de grootste Afrikaanse arend die boven onze hoofden zweeft. Eens
terug op pad komen we lang de maisvelden van de Masai waar alle vrouwen hard
aan het werk zijn om de oogst binnen te halen. Wist je dat de vrouwen hier 80%
van alle werk verrichten? De velden zijn 5 jaar geleden moeten verplaatst
worden buiten de conservation area voor het natuurbehoud. Het is nu een betere
en vruchtbare plaats maar wel een heel eind stappen van het dorp. Langzaam maar
zeker verandert de kleur van de bodem in grijze en stoffige aarde. Ook gaat de
begroeing over in Acaciabos. Alle bomen zijn beneden zwart en Jona vertelt dat
dit en de grijze stoffige aarde een gevolg is van de krateruitbarsting van de
Oldonyo Lengai vulkaan. De heilige berg van de Masai die in 2007 zijn laatste
grote uitbarsting had en alles met een dikke laag vulkaanasse heeft bedolven.
Het leven was in dat gebied eigenlijk onmogelijk . Alle Masai zijn echter naar
hun God die woont in deze berg gekomen om hun offers te brengen in de hoop dat
hij/zij zou rustig worden. Nu 9 jaar
later is het gebied enigzins aan het herstellen en groeien er weer grassen en
struiken waar het Masai vee zich kan aan te goed doen. Onze 2e kamplaats is dan
ook op een open plaats in het acaciabos. We slaan er onze tent op en ook onze
hangmat. En terwijl de Masai voor ons
een heuse barbecue organiseren maken we met Jona nog een uitstap naar de viewpoint over de
Great African Rift en de Heilige Berg. Op weg naar dit uitzichtpunt over de het gebied waar de eerste mensen
leefden heb ik met Jona een lang gesprek over de niet zo faire behandeling van
de Masai door de laatste jaren heen. Vaak zijn zij moeten vertrekken uit het
land waar ze dan verbleven. De Serengeti, de Ngorongora krater en ook nu weer
het land waar ze verblijven en wij doorwandelen. Steeds wordt hen door de
regeringen land, onderwijs en dispensaria en geld beloofd. Ze krijgen dit maar
zeer beperkt en moeten altijd hun eigenheid als trekkersvolk en veehouders
veranderen. Jona is een lokale poltieke Masai leider en wil dit nu voorkomen
voor zijn volk. Steeds meer Masai
studeren nu en proberen als advocaten hun rechten op de gronden waar ze nu
verblijven te behouden. De overheid wil nu ook het gebied van de heilige berg
en Lake Natron uitroepen tot Conservation Area . Maar het is duidelijk genoeg
nu voor de Masai. Jona vertelt ook dat de rregering helemaal niet doet wat ze
aan de buitenwereld vertelt. De immense inkomsten voor de Ngorongoro CA vloeien
niet voor een groot deel naar hen . Enkel 2% wordt geïnvesteerd in dit volk.
Veel stof tot nadenken als we uitkijken over dit immense land en de canyon
van de Rift. Op de terugweg langs heel wat vlijmscherpe naaldstruiken ontmoeten
we heel wat jonge veehoedertjes ( 4 à10 jaar) die met hun stokken echt wel
doormeppen op hun vee. Op de campsite heeft onze kok weer voor een heerlijk
maal gezorgd en brandt het kampvuur
volop terwijl we uitkijken over weer een heerlijke sunset. Arne leert Jona
kaart splelen ( stronten :-) en er is heel veel leut als de handen over elkaar
worden geslagen. Maar we moeten op tijd naar bed want Jona wil morgen al om
5.30u ontbijten en voor sunrise op pad om de hete waandeling down the Rift voor
ons alle in de koelte van de ochtend te kunnen doorkomen. Voor dag en dauw gaan
we op onze 3e dag met de Masai op stap. Heerlijk in dit ochtendlicht te kunnen
uitkijken naar de zon die opkomt boven de Heilige Berg. We dalen nu steil naar
beneden over verharde lava en door grijs stof. Jona die al meer dan 2500 keer
de zeer moeilijke Heilige Berg heeft beklommen schuift zelf 2 maal uit en wij
bieden wat verzorging aan zijn schuifwonden. Hij was ooit een Masai warrior die
zich jaarlijks een maand terugtrok in de jungle en daar enkel maar vlees en
boomwortels at. Hij vertelt ook over hoe hij dagelijks bloed, melk gemengd met
wortels dronk en er van droomde om ooit een leeuw te doden. Verboden en het
enigste wilde dier dat een Masai ooit zou doden. Heel veel oude tradities die
nu (gelukkig) vervagen maar ook wel horen bij dit volk. Gevraagd naar de
rituelen bij de vrouwen krijgen we enkel een lach maar geen verhaal. We
doorkruisen de canyon en rusten op een schaduwplek naast een dode schorpioen.
Wat een onherbergzaam warm en stoffig gebied waar het volgens ons onmogelijk is
om te wonen. In de verte zien we een stofwolk en ja hoor ,het is de jeep van
Thomas die ons na heel wat heringepak en wachten op de ezeltjes zal brengen
naar de oase van rust en genieten: de Lengai Lodge, waar we na 4 dagen in de
natuur en komende vanuit de jungle op 2600 meter door de Great Rift afgedaald
zijn naar de vulkaanwoestijn op 1000 meter hoogte ontvangen worden met een verfrissend
handdoekje en een heerlijk gemberdrankje. " Kariboe aan Lake Natron."
Ngorongoro Conservation Area
De
volgende 4 dagen doorkruisen we de
Ngorongoro Conservation Area. We starten zoals het hoort met een bezoek aan de
immense krater. Aan de ingang is het wel even wachten want er is wat onrust bij
alle gidsen. De prijzen zijn gestegen en dat was niet voorzien door velen van
hen met als gevolg een enorme file aan de loketten. Wij bekijken vol verbazing
de bavianen die volleerde dieven zijn en heel wat jeeps plunderen met snelle
aanvallen via open deuren. Geen enkele banaan of koekje is veilig voor deze
groep als je even niet oplet. Eens door de gate kijken we over de krater uit en
zien 600 meter lager de bodem waar we vele stipjes van wilde dieren spotten.
Voor we afdalen naar de bodem krijgen we op de picknick area onze lunch
box (grappig wel zo een doosje met pasta,
fruit en koekjes. Veel te veel maar we zullen er moeten aan wennen want
de volgende dagen worden we 's middag steeds verrast door zo'n boxjes)
We dalen
steil af naar de kraterbodem en het dak van de jeep gaat omhoog. Hyena's,
zebra's, gnoe's, waterbuffels, pumba's (de snelle wilde varkentjes met hun
grote hoektanden) antilopes, met 1000'en glijden ze aan ons blikveld voorbij.
De secretarisvogel met zijn doordringende roep kijkt ons aan en de kraanvogels
met hun jong maken zich snel uit de voeten. Machtig dit landschap vol met
dieren. Je waant je even in de film de Lion King. We speuren de verte af met
onze kijkers op zoek naar de leeuwen en neushoorn. De zwaarste landvogel, die
kan vliegen, de Cory Bustard loopt langzaam rondom onze jeep. De dieren zijn
hier zo gewoon aan de mens die toch niets doet dat ze zich uitgebreid laten
bewonderen . Bij de eerste Hippo- pool hebben we geen geluk. Maar wat verderop
staan een 5 tal jeeps geparkeerd en Thomas onze gids zet er even wat vaart
achter en parkeert zijn wagen dan pal naast 2 slapende mannetjes leeuwen.
Kolossen zijn het maar zo vredig in hun slaap. Ze slapen soms de hele dag en
laten zelfs 's nachts het zware werk aan de leeuwinnen om de prooien te vangen.
Je zou bijna uitstappen om ze te aaien maar Thomas raadt dit toch ten
stelligste af:-) Wat verderop worden er 2 leeuwen in de schaduw van een jeep
even wakker. Waauw die blik van "ah jullie zijn er ook", "tof ik
zal mijn manen eventjes goedleggen zodat je mij opmijn mooist kan
fotograferen". "Heb je mijn litteken op mijn neus? Super!". Onze
tocht door deze ark van Noah gaat verder . En aan de 2e hippopool bromt en
bruist het volop. De dikke kolossen van het water proesten het geregeld uit als
ze naar boven komen om even lucht te happen. De wittenekkraai huppelt
ondertussen tussen het gras en probeert van ons toeristen ook een hapje mee te
pakken. Nu op zoek naar de zwarte neushoorn. We turen door het open dak de
verte af. Bij een groepje waterbuffels roep ik het uit. Daar zit er eentje maar
al snel wordt het duidelijk dat het ook gewoon een buffel was. Een neushoorn
zit altijd alleen zegt Thomas, maar er is veel wind en een neushoorn wordt er
gek van als die langs zijn hoorn blaast en zal waarschijnlijk plat tegen de
grond liggen. Wat zijn ze toch groot die struisvogels die hun verenpracht aan
ons tonen. De neushoorn vinden we niet :-( Of toch wel er ligt ver weg ééntje
in het gras en met wat fantasie zijn we er allemaal zeker van dat het er ééntje
is (ook onze gids is overtuigd) maar zeker ben ik toch niet :-). We rijden nog
wat rond en voelen de warme Afrikaanse lucht langs ons gezicht als we genieten
vanuit onze beschermde jeep. Mooi, mooier, mooist zijn we getuige van de trek
van de gnoes en het gevecht om het plaatsje in de hiërarchie. Milan noemt het
'the best day of my life'.
Voor we
de kraterbodem moeten verlaten (om 18.00u ) duiken we het bos in om wie weet
nog wat olifanten te spotten . En ja hoor er duikt er eentje op in een glooiing
en de groep bavianen maakt zich wat verderop al vlooiend klaar om te gaan
slapen. En terwijl de volgels in de acaciabomen terugkeren naar hun nest maken
we de klim naar de kraterrand. Net te laat om op tijd buiten te zijn. Oei wat
machtsvertoon van de wachters met hun geweer. Wat gepraat en een leugentje om
bestwil en we komen er weer vanaf zonder een boete. Snel op weg naar de
campsite op de kraterrand. Als we toekomen zien we dadelijk de zebra's die
tussen de tenten paraderen en die Milan al lachend nadien daarom de konijntjes
van Afrika zal noemen. Even is er
opschudding als een olifant ook wil komen slapen tussen de tentjes en
meegenieten van al het heerlijks dat hier in de veldkeuken voor ons wordt
bereid. Op zo'n camping wordt er heel goed voor je gezorgd . Aan de gids Thomas
kan je alles vragen, de kok maakt alles vers voor je klaar en doet de afwas en
de chauffeur van de supply-car zorgt voor de tenten. Paradise in Africa toch
voor ons toeristen.
Endallah
In de
aankomsthal onmiddellijk de foto van Nyerere. Een groot Afrikaans leider, die
met al zijn idealisme en dromen spijtig
genoeg er niet in geslaagd is de Afrikaanse droom van gelijkheid en welvaart
voor zijn volk en heel Oost-Afrika te realiseren. Thomas (onze gids en
chauffeur voor de volgende 14 dagen) wacht ons op. Hij werkt voor Endallah
Cultural Tours.
Hij is
heel hartelijk voor ons en we voelen ons dadelijk thuis bij onze baba (laoweh).
In de jeep gaan we dan op weg voor een lange tocht naar Endallah. We
doorkruisen Arusha en wisselen wat geld. Onmiddellijk worden we overweldigd
door de vele straatverkopers die ons willen bekoren met al hun hebbedingen. We
doorkruisen Masai-land en Aida staat onmiddellijk versteld van de vele kinderen
die hier zeer zware lasten dragen op hun hoofd en rug. De vele kuddes die
gehoed worden door 5à 6 jarigen en de eindeloze vlaktes met baobabs.
en
sisalcactussen.
Het wordt
al avond ( 18.00u) als we de grote Rift valley zien en de bergen inklauteren
met een blik over lake Manyara (genaamd naar de gelijknamige vingerplant).
Hier
begint onze eerste hobbeltocht over de rode aardewegen. 1000'en mensen van het
Irakwi-volk zijn hier te voet, met de
brommer, jeep, fiets op weg naar hun huis, hut en familie. Kleinere en grotere
kuddes vee, mensen met zakken op hun hoofd, volgeladen fietsen en karren.
Allemaal in de weer om voor het donker terug thuis te zijn. Na een uurtje
bereiken we ons guesthouse in Endallah. En ook hier worden we hartelijk
onthaald door Mama Happy, Lilly en Agape. Een heerlijk diner wacht ons en dan
snel in onze bedjes en slapen tot de haan ons wakker kraait.
Op de
binnenplaats van de woning van de Happyfamilie ontwaken we en ontmoeten we John
onze gids. Ik kan hem enkel omschrijven als een zeer wijze man die ons op
enkele dagen tijd heel direct en indirect enorm veel zal bijbrengen van de
plaatselijke gewoontes en bio-diverse rijkdom van dit land, deze stam en de
mens tout court. Hij is een man van mijn leeftijd die kanker heeft overwonnen
en een ongelooflijke energie uitstraalt. Hij neemt ons mee naar de secundaire
school, de waterpompen, het dispensarium, het dorpshuis. Ondertussen leert hij ons de Irakwi taal en
de Swahilli begroetingen. Dit afgewisseld met zoveel planten en kruidenkennis
dat ik telkens weer in bewondering val. Hij laat onze geest en mond proeven van
alles wat we tegenkomen. Geen enkele vraag is hem teveel en bij moeilijke
antwoorden krijgen we steeds een verhaal en een enorme dosis levenswijsheid
mee. Hij probeert zich te verplaatsen in onze blanke huid om te antwoorden maar
geeft ons een les in zwarte oerwijsheden
die heel ons leven zullen nazinderen in al onze aders. Over dalen en heuvels
neemt hij ons mee door dit mooie landschap en hij geeft ons een blik op de
eerste giraf en de klifdas.
Hij leert
ons de verschillende bomen herkennen van deze streek (ebbenhout, de ficus
(reuzebomen), de acacia met gele schors, de slangenboom voor moesten we gebeten
worden door een cobra, de krokodilboom waarvan de schors een schitterend
medicijn is tegen reuma, enz. We ontdekken het verschil tussen een Jamaicaanse
bananenboom en een Maleisische, tussen rode bananen en bierbananen.
We volgen
hem in de hyenagrot en zijn al blij dat er enkel een kolonie vleermuizen huist
en een stekelvarken en geen echte wilde hyena's. John kapt ons een weg met zijn hakmes door het dichte
struikgewas en organiseert voor ons de voetbalmatch met wel 50 jongeren.
Hij
spreekt vanuit zijn hart en met de hand op zijn hart. En bovenal is hij een
zeer goede kleermaker die uit de Afrikaanse stof die we kopen bij Lilly op één
nacht een kleedje tovert voor Aida en een Afrikaanse rok voor Fanny. John geeft
alles van zichzelf voor ons. Dank u John.
Met
Thomas gaan we op zoek naar een plaats om de laatste match van de rodeDuivels
op het EK te ondergaan. Door de Afrikaanse nacht keren we terug na toch wel een
ontgoocheling over onze voetballers.
Gelukkig doen we de match in Endallah over en zal hier België (met Milan en
Arne) winnen :-).
'S Avonds
gaan we op zoek naar de bushbabies (nachtaapjes )die je met een zaklamp kan
detecteren door de schittering van hun rode oogjes. En onder een heldere
sterrenhemel (hier kan je de melkweg zien) speuren we de nacht af naar deze
leuke diertjes.
Na 2
dagen verlaten we Endallah en brengen nog een bezoek aan de met zonnecellen
uitgeruste waterpomp die meer dan 1000 mensen zal voorzien van drinkbaar water.
Maar wat verder zien we ook een schooltje en een waterpomp, die ook al zijn ze
maar enkele jaren oud en gegeven door gulle Belgische sponsers, niet meer gebruikt worden. Niet uit
ondankbaarheid maar omdat de noden elders liggen en er wellicht geen
draagkracht is om dit te onderhouden. We bezoeken een dorp waar vrouwen
kiezelsteentjes kappen om wat extra inkomsten te hebben. Een vreselijke en
gevaarlijke bijverdienste maar die hen wel de kans geeft om te leven.
Hoe groot
kan het verschil zijn met de Gibbs farm in handen van een Amerikaan. Hier komen rijke Amerikanen en westerlingen
in oude koloniale stijl uitrusten na een dagje safari met Wifi in hun super
deluxe Jeep . Ze nippen aan hun glaasjes champagne (van meer dan 100 dollar de
fles) als ze uitkijken over de koffieplantages die eigendom zijn van een Duitse
familie. Ooit onder Nyerere waren die koffieplantages in handen van het volk.
Maar nu werken hier enkele Tanzaniaanse
loonwerkers die de blanke toerist plezieren terwijl kinderen net buiten
de poort sleuren wet wateremmers en hout. Aida wordt hier echt en terecht boos
over.
Gelukkig
hadden we net voordien in het woud tijdens een wandeling met een plaatselijke
gids een onvergetelijke ontmoeting met een kudde olifanten aan de elephant
cave. De gids was zelf zo verrast en enthousiast dat we hem er op moesten
opmerkzaam maken dat één van die dikhuiden toch wel echt dicht naar ons
toekwam.
We kozen
nog snel het juiste bavianenpad om vanop een veilige afstand deze grootse
dieren van het vasteland te bewonderen en te genieten van deze machtige natuur.
Morgen gaan we dan echt op pad voor onze tocht naar de Ngorogoro krater. Het 8e
wereldwonder en Unesco wereldnatuurerfgoed. Op zoek naar de zwarte neushoorn,
het luipaard en de vele andere tot de verbeelding sprekende dieren van dit
aards paradijs.
Abonneren op:
Posts (Atom)