Ik schrijf dit reisverslagje een dagje na de feiten, zittend aan een reuzeden voor de tent in het Sequoia NP. Waarom met een dagje vertraging? Omdat het gisteren een zeer lange dag is geworden. We reden van Death valley naar de voet van de NP van Sequoia en Kings Canyon. 's Ochtends 8,00 AM namen de kids nog een frisse duik aan de lodge ( het was dan immers al 100 ° F terwijl ik verwoede pogingen deed om de blog aan te vullen ( een trage internetverbinding is echt geen lachtertje :-) Hoe zouden ze dat 100 jaar geleden gedaan hebben als ze de overtocht maakten naar het nieuwe land? We nemen een stoffige weg van 2 miles, die normaal bedoeld is voor 4X4 wagens ;-o en durven het aan de marble canyon te betreden. Een canyon die eruit ziet als één mooie marmeren vloer en uitgeholde wand, met mooie mozaïeken. Een beetje een onbekende canyon vol kleine hagedisjes, mooie steentjes en vermoedelijk ook ratelslangen, zwarte weduwen en de roadrunner ( beep, beep). Heet , mooi en zo verlaten. Na ons lichaamsvocht weer op peil gebracht te hebben vatten we de autotocht aan over de verschillende bergketens die ons in het beloofde land van California moeten brengen. Langs de weg word je gevraagd je airco af te zetten om de motor niet te oververhitten, regelmatig staat er water voor de radiator (not to drink!) langs de weg en van - 20 feet stijgen we in geen tijd naar 5000 feet. Het lijkt wel een vliegtuig dat opstijgt. Dit wordt een autorit met S-bochten haarspeldbochten, kromme bochten en stijle bochten. Ik ben al snel de automatische bediening van onze Toyota beu en schakel over op het snufje van deze auto: de mogelijkheid om ook met versnellingen de rijden maar dan zonder versnellingspedaal. En het lukt en spaart toch al snel de remblokken in het afdalen. Na 3 bergketens te hebben overgestoken rijden we uit Death Valley. Hier kom ik nog eens terug maar dan wel in de lente! De Highway op richting Los Angeles. Echte afritten hebben ze hier niet op deze autosnelwegen enkel maar levensgevaarlijke kruispunten en goede bewegwijzering is er ook niet als je niet de straatnaam kent van waar je moet zijn. We willen de weg over de Sierra Nevada afsnijden en er dwars doorheen rijden dat moet ons toch snel een 100 miles besparen. Ja, hoor, het lukt: wij vinden de weg en starten de tocht over de volgende bergketen. We picknicken aan een verlaten restaurant, winkel, saloon, trekkersstopplaats en vragen daar eventjes welke richting we uitmoeten naar Porterville. Groot is onze verwondering als de eigenares vraagt of we daar vandaag nog willen geraken? Oeps dat is toch maar een 90 mijl en dat moet toch lukken op een uurtje of 2 ( het was toen 2,00 PM) De vriendelijke dame lacht eens en zegt een uurtje of 6 ja dat moet lukken over deze bochtige wegen en bergpassen die we nog moeten nemen . Is er hier misschien een tankstation? Ja binnen 70 mijl maar niet in de richting die jullie uit moeten. Het is hier weeral zeer mooi maar daaraan hadden we ons niet verwacht, hadden we die 100 mijl maar omgereden dan waren we er nu al geweest. Met goede moed beginnen we eraan en krijgen een kaartje mee van deze kleine zelfstandige ( want een officiële kaart van dit gebied bestaat er niet!) We rijden over een pas van 12.000 feet (3000 meter) en langs heel mooie bergriviertjes vol vissers en rafters. We zingen op de achterbank maar worden ook een beetje ziek van al dat gekronkel. We zien de kleine eekhoorntjes voor ons de weg oversteken en vangen een glimp op van een ringtail (soort aapje). De eerste giants ( grote dennebomen van wel 60 meter hoog) zijn te bewonderen langs de weg en om 7,00 PM bereiken we onze kampplaats aan een mooi meer , alleen spijtig dat er niemand meer is om ons te helpen met het aanwijzen van de plaats waar we mogen staan. Maar zoals het hoort duikt de man der wet net op dat ogenblik op en worden we op z'n amerikaans gered door de plaatselijke Sheriff die dit snel voor ons regelt en de verantwoordelijke even op haar plaats zet. Voor de sunset stellen we onze tent op en koken we op ons splinternieuw Coleman kookvuurtje voor al deze hongerige maagjes een heerlijk avondmaal. Moe vallen we in slaap in onze tent onder een uitgegroeide appelsienboom waarin blijkbaar 's nachts een uil zijn geliefde OEHOE komt zingen. :-)))
woensdag 14 juli 2010
Waarom de kortste weg tussen 2 punten niet altijd de snelste is
Ik schrijf dit reisverslagje een dagje na de feiten, zittend aan een reuzeden voor de tent in het Sequoia NP. Waarom met een dagje vertraging? Omdat het gisteren een zeer lange dag is geworden. We reden van Death valley naar de voet van de NP van Sequoia en Kings Canyon. 's Ochtends 8,00 AM namen de kids nog een frisse duik aan de lodge ( het was dan immers al 100 ° F terwijl ik verwoede pogingen deed om de blog aan te vullen ( een trage internetverbinding is echt geen lachtertje :-) Hoe zouden ze dat 100 jaar geleden gedaan hebben als ze de overtocht maakten naar het nieuwe land? We nemen een stoffige weg van 2 miles, die normaal bedoeld is voor 4X4 wagens ;-o en durven het aan de marble canyon te betreden. Een canyon die eruit ziet als één mooie marmeren vloer en uitgeholde wand, met mooie mozaïeken. Een beetje een onbekende canyon vol kleine hagedisjes, mooie steentjes en vermoedelijk ook ratelslangen, zwarte weduwen en de roadrunner ( beep, beep). Heet , mooi en zo verlaten. Na ons lichaamsvocht weer op peil gebracht te hebben vatten we de autotocht aan over de verschillende bergketens die ons in het beloofde land van California moeten brengen. Langs de weg word je gevraagd je airco af te zetten om de motor niet te oververhitten, regelmatig staat er water voor de radiator (not to drink!) langs de weg en van - 20 feet stijgen we in geen tijd naar 5000 feet. Het lijkt wel een vliegtuig dat opstijgt. Dit wordt een autorit met S-bochten haarspeldbochten, kromme bochten en stijle bochten. Ik ben al snel de automatische bediening van onze Toyota beu en schakel over op het snufje van deze auto: de mogelijkheid om ook met versnellingen de rijden maar dan zonder versnellingspedaal. En het lukt en spaart toch al snel de remblokken in het afdalen. Na 3 bergketens te hebben overgestoken rijden we uit Death Valley. Hier kom ik nog eens terug maar dan wel in de lente! De Highway op richting Los Angeles. Echte afritten hebben ze hier niet op deze autosnelwegen enkel maar levensgevaarlijke kruispunten en goede bewegwijzering is er ook niet als je niet de straatnaam kent van waar je moet zijn. We willen de weg over de Sierra Nevada afsnijden en er dwars doorheen rijden dat moet ons toch snel een 100 miles besparen. Ja, hoor, het lukt: wij vinden de weg en starten de tocht over de volgende bergketen. We picknicken aan een verlaten restaurant, winkel, saloon, trekkersstopplaats en vragen daar eventjes welke richting we uitmoeten naar Porterville. Groot is onze verwondering als de eigenares vraagt of we daar vandaag nog willen geraken? Oeps dat is toch maar een 90 mijl en dat moet toch lukken op een uurtje of 2 ( het was toen 2,00 PM) De vriendelijke dame lacht eens en zegt een uurtje of 6 ja dat moet lukken over deze bochtige wegen en bergpassen die we nog moeten nemen . Is er hier misschien een tankstation? Ja binnen 70 mijl maar niet in de richting die jullie uit moeten. Het is hier weeral zeer mooi maar daaraan hadden we ons niet verwacht, hadden we die 100 mijl maar omgereden dan waren we er nu al geweest. Met goede moed beginnen we eraan en krijgen een kaartje mee van deze kleine zelfstandige ( want een officiële kaart van dit gebied bestaat er niet!) We rijden over een pas van 12.000 feet (3000 meter) en langs heel mooie bergriviertjes vol vissers en rafters. We zingen op de achterbank maar worden ook een beetje ziek van al dat gekronkel. We zien de kleine eekhoorntjes voor ons de weg oversteken en vangen een glimp op van een ringtail (soort aapje). De eerste giants ( grote dennebomen van wel 60 meter hoog) zijn te bewonderen langs de weg en om 7,00 PM bereiken we onze kampplaats aan een mooi meer , alleen spijtig dat er niemand meer is om ons te helpen met het aanwijzen van de plaats waar we mogen staan. Maar zoals het hoort duikt de man der wet net op dat ogenblik op en worden we op z'n amerikaans gered door de plaatselijke Sheriff die dit snel voor ons regelt en de verantwoordelijke even op haar plaats zet. Voor de sunset stellen we onze tent op en koken we op ons splinternieuw Coleman kookvuurtje voor al deze hongerige maagjes een heerlijk avondmaal. Moe vallen we in slaap in onze tent onder een uitgegroeide appelsienboom waarin blijkbaar 's nachts een uil zijn geliefde OEHOE komt zingen. :-)))
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten