vrijdag 30 juli 2010
Op de tonen van de live piano nagenieten van een namiddag in het paradise
Met de orca's in ons hoofd sliepen we deze ochtend lekker lang uit in een klein maar gezellig blokhutje. Tentkampgronden zijn hier weinig te vinden omdat het zelden goed genoeg weer is om te kamperen. Nu met 28°C vind ik dit een beetje eigenaardig maar ja Vancouver was niet voor niets de gastheer van de olympische winterspelen dit jaar. Blijkbaar is het ook nu pas echt zomer of moet ik lente zeggen. Van april tot half juni heeft het hier zitten regenen en op de Mount Rainier betekent dat natuurlijk sneeuw ( bergen sneeuw: in die periode viel er maar liefst 5 meter sneeuw) die nu pas aan het wegsmelten is met als gevolg dat het hier een echt lentegevoel is. Dit NP is beroemd om zijn mooie alpenweiden en daar alles nu pas ontluikt is het een pracht voor je oog die deze meadows( weiden) bedekken. Arne is ook heel erg onder de indruk van de immense gletsjers. Mount Rainier bevat meer ijsmassa dan alle vulkanen samen van de VS. Wandelen op deze vulkaan is heel speciaal. Je ziet hier zoveel mooie dingen en de berg geeft met al zijn mineralen en water heel veel leven aan de planten. Toch is het eigenaardig als je weet dat dit een actieve vulkaan is die waarschijnlijk nog ooit zal tot leven komen. Het is één van de gevaarlijkste vulkanen op de wereld die onder zijn kap een immense massa aan modder, lava en gas heeft zitten zodat een uitbarsting vermoedelijk het gebied aan zijn voet met de miljoenenstad Seattle zal bedreigen. Maar niets gevreesd: er is een universiteit die deze en de andere vulkanen in de buurt continu in het oog houdt. Van de Mount st Helene hier in de buurt die in 1980 uitbarstte wist men een maand op voorhand dat dit ging gebeuren. We maakten ook een wandeling samen met een Ranger die ons vertelde over de micro-habitats en dat je geen wetenschapper of expert moet zijn om te genieten al dit moois. Bij de avondpicknick kregen we bezoek van de coyote (noot van de corrector: dacht Patrick, maar het bleek een grijze vos te zijn, wat Arne en Milan al meteen ten stelligste beweerden...) die zijn avondwandeling maakte op zoek naar een snelle hap. Misschien zocht hij wel de mannetjesberghoen die met zijn gehonk het vrouwelijk schoon probeerde te verleiden. We overnachten hier in de Paradise Inn: een berghotel op 1700 meter hoogte dat helemaal uit hout is opgetrokken en waarvan de lampenkappen beschilderd zijn met alle mooie bergbloempjes die je hier kan zien. De stoelen, zetels en tafels zijn allemaal van hout en de piano die zijn mooie klanken in de monumentale hall verspreidt, is helemaal van hout. Het is alsof de tijd hier 100 jaar wordt teruggedraaid op deze plek die voor de indianenstammen de place of Peace (Tahoma) genoemd wordt en is dat niet zoiets als het paradijs!!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten